Colofon

  •  1048
  •  Opgraving

Opgraving aan de Industrielaan te Maasmechelen (eind 2018 - begin 2019)

Periode
17 december 2018 – 16 januari 2019
Projectverantwoordelijke
Petra Driesen
Terreinverantwoordelijke
Sebastiaan Augustin
Uitvoerend team
Sebastiaan Augustin en Thomas Himpe
Medewerkers
Jeanine Curvers en Petra Driesen (aardewerk), Eckhart Heunks (landschapsarcheologie)

De opgraving waarbij een 3130 m² groot terrein op de hoek van de Industrielaan met de Rijksweg in Maasmechelen werd onderzocht, leverde elf archeologische sporen op uit de metaaltijden. Deze waren gelegen op een kronkelwaard die hoort bij het restgeulsysteem dat zich vandaag de dag op 150 m ten westen van het onderzoeksgebied – vlak langs de rand van het pleniglaciale terras – situeert. Een C14 analyse dateert één van de laatste opslibbingsfasen van deze kronkelwaard in de eindfase van het Subboreaal. Deze periode komt in archeologische termen overeen met de vroege bronstijd.

De aangetroffen sporen betreffen een paalkuil, een kuil en negen silo’s.

Silo’s worden zowel binnen als buiten nederzettingen aangetroffen. Buiten de nederzetting komen ze vaak geclusterd voor in akkergebieden. In hoeverre we op de site aan de Industrieweg te maken hebben met off-site fenomenen dan wel met nederzettingssporen is moeilijk te zeggen en dit gezien de beperkte oppervlakte die onderzocht werd evenals het beperkt aantal sporen dat werd aangetroffen.

De aanwezigheid van andere sporen dan silo’s, namelijk een paalkuil en een kuil, doen echter wel vermoeden dat het terrein deel uitmaakte van een erf of woonplaats. Ook de hoeveelheid vondstmateriaal dat in de sporen werd aangetroffen (> 350 stuks in totaal), doet vermoeden dat de gebruikers van deze sporen op of vlakbij het opgegraven terrein hebben gewoond. Het is uiteraard ook mogelijk dat het terrein doorheen de tijd beide functies gehad heeft. Zowel het aardewerkonderzoek als de C14 dateringen tonen namelijk aan dat de kronkelwaard op twee verschillende momenten werd bezocht: een eerste occupatiefase waartoe 2 silo’s gerekend kunnen worden, situeerde zich in de tweede helft van de midden bronstijd, een tweede fase minstens zeven eeuwen later in de eerste helft van de midden ijzertijd.

Het terrein werd na de midden ijzertijd niet meer aangedaan. De sporen geraakten bedekt onder een siltrijke toplaag die over grote delen van de Maasvallei is vastgesteld bij meerdere archeologische onderzoeken.

Voor wie er meer wil over weten: het volledige eindverslag kan je downloaden via deze link: https://id.erfgoed.net/archeologie/eindverslagen/1552

 

Sebastiaan Augustin

links